Wijzigingswet Vleeskeuringswet en Warenwet inzake de heffing van retributies
Wet van 8 november 2001 tot wijziging van de Vleeskeuringswet en de Warenwet inzake de heffing van retributies
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Vleeskeuringswet en de Warenwet te wijzigen teneinde een wettelijke basis te scheppen voor het doorberekenen van de kosten van bepaalde keuringen en controles die krachtens verdragen of deze wetten worden verricht, alsook teneinde Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de bevoegdheid te verlenen instanties te belasten met de beoordeling van eet- of drinkwaren en andere daarmee samenhangende werkzaamheden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt de Vleeskeuringswet.]
Artikel II
[Wijzigt de Warenwet.]
Artikel III
Artikel 30a van de Vleeskeuringswet, zoals dat luidde onmiddellijk vóór de inwerkingtreding van deze wet, is nog gedurende acht jaren na de inwerkingtreding van de wet van toepassing op algemene maatregelen van bestuur die reeds van kracht waren bij de inwerkingtreding van deze wet.
Artikel IV
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 8 november 2001
Beatrix
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, L. J. Brinkhorst
Uitgegeven de dertiende december 2001
De Minister van Justitie,
a
H. Korthals